De Onderzoeksraad Voor Veiligheid, heeft eind 2006 een rapport uitgebracht na een grootschalig onderzoek naar de oorzaak van afgevallen gevelplaten. Naar aanleiding hiervan is een aantal aanbevelingen gedaan aan de Minister van VROM, de normcommissie en de grote branchevereningingen in de bouwsector.
VROM is onder meer geadviseerd in overleg met de brancheverenigingen voor aannemers, architecten en constructeurs ervoor te zorgen, dat er voor het gehele proces één verantwoordelijk coördinator is voor de constructieve veiligheid van het gehele bouwwerk.
De brancheverenigingen in de bouwsector wordt aanbevolen één registratie op te zetten van voorvallen waarbij de constructieve veiligheid in het geding is en deze voorvallen op structurele basis te onderzoeken op directe en achterliggende oorzaken.
De normcommissie wordt aanbevolen in de hoofdtekst van de norm (NEN-6700) op te nemen dat voor het waarborgen van de betrouwbaarheid van de constructieve gevel gebruik gemaakt kan worden van een effectief controle- en onderhoudssyteem. De NEN-6700 is thans nog wel van kracht, maar inmiddels vervangen door NEN-EN 1990, waarin dit is opgenomen.
Daarnaast is VROM geadviseerd met de Vereniging Nederlandse Gemeenten te onderzoeken hoe de 'bewijslast' kan worden omgekeerd, zodat aanvragers kunnen aantonen, dat de veiligheid van het ontwerp, de uitvoering en de voorwaarden voor een veilig gebruik voldoende is geborgd. In het kader van dit onderzoek dacht de Raad aan het stellen van voorwaarden aan bouwvergunnningen voor grote/complexe gebouwen wat betreft aantoonbare kwaliteitsborging aan instructies voor periodieke inspecties van gevelplaten door de gebruiker gedurende de gebruiksperiode als na het verstrijken van de referentieperiode.
VROM reageerde hierop door te stellen, dat een en ander grotendeels al is geregeld in het Plan van Aanpak Constructieve Veiligheid. In het kader van het streven naar een substantiële vermindering van regel- en vergunninglast heeft het kabinet de bouwsector benoemd om principieel door te denken op vereenvoudiging vanuit het idee dat meer verantwoordelijkheid bij burger en bedrijfsleven is te leggen en dat daarmee publieke voorschriften kunnen vervallen.
De Gemeenten Den Haag en Rotterdam hebben uitgezocht welke gebouwen verouderde metselwerk- of natuursteengevels hebben. Eigenaren ervan zijn aangeschreven met het advies op korte termijn inspecties te laten uitvoeren naar de kwaliteit van de ophangconstructie ervan. Van Hall Natuursteen heeft inmiddels een aantal van die gevels geïnspecteerd en van commentaar voorzien.
In opdracht van de SBR (Stichting Bouw Research) is door het Centrum Natuursteen, waar Hans van Hall als externe adviseur regelmatig werkzaam was, gewerkt aan een handboek gevels. Daarin is een hoofdstuk Natuursteen opgenomen, waarin wij een belangrijke bijdrage hebben geleverd. In de paragraaf 'Onderhoud gevels' wordt geadviseerd, in aanvulling op het jaarlijkse onderhoud aan de gevel, een inspectie uit te laten voeren naar mogelijke breuk, afschilfering, verkleuring en het losraken van natuursteen onderdelen.
Wanneer dit regelmatig gebeurt komen ook schades aan het licht door gebruik van de gondel. Zodoende kan er snel en adequaat worden gereageerd, zelfs binnen de garantieperiode.
De manier waarop de laatste jaren regelmatig de problemen met natuursteen gevels aan het licht komen is niet wenselijk en kan gemakkelijk worden voorkomen.
Weten wat de status is van de natuurstenen gevel van uw gebouw, voorkomt verrassingen. Daarnaast verschaft dit de eigenaar een gerust gevoel.
Zelf kunt u al vrij gemakkellijk aan de hand van wat basiskenmerken vaststellen of er zich problemen voordoen aan de gevel. Gewoon door met een kritische blik kijken naar de gevel. Bijvoorbeeld naar de stand van de platen. Het lijnenspel van de voegen moet constant zijn bij een gemiddelde voegafmeting van 10 mm. Wijkt dit teveel af, dan kan er sprake zijn van een probleem. Uitgebroken stukje nabij ankerpennen wijst op een probleem in de verankeringsconstructie.
Toch staat het nog niet vast, wanneer u ogenschijnlijk niets constateert, dat de gevel veilig is. Daartoe dient men onderzoek te verrichten aan de achterzijde van de bekleding waar zich de ophanging bevindt. Slechts met een endoscoop of indien nodig met behulp van belastingproeven in situ, komt men aan de weet hoe het werkelijk is gesteld met de verankering.
Bedrijven, beheerders, eigenaren van gebouwen die zekerheid willen hebben met betrekking tot de status van de gevel, nemen een onafhankelijk adviesbureau in de arm. Van Hall Natuursteen heeft kennis van zaken, met name als het gaat om gebouwen uit genoemde perioden. Van Hall Natuursteen doet onderzoek naar de hoedanigheid, naar oorzaken van onvolkomenheden of indien noodzakelijk door middel van endoscopie of een laboraal onderzoek en draagt oplossingen aan. Indien gewenst kan Van Hall Natuursteen adviseren bij de keuze van gekwalificeerde bedrijven of assisteren als toezichthouder tijdens de uitvoering van herstelwerkzaamheden.
Vele bedrijven hebben in het verleden ervaren dat de onderzoeksrapporten van Van Hall Natuursteen hebben geleid tot een stuk transparantie. Niet in de laatste plaats door een doordacht rapporteringsysteem, waardoor men als het ware zelf kan meekijken vanuit de hoogwerker of glazenwasgondel.
Bureaus van naam worden vaak ingeschakeld met als achterliggende gedachte: dan zit het wel goed! Vaak is dit niet zo. Specifieke kennis en praktijkervaring ontbreekt hier. Mooie rapporten zeggen niet genoeg. Onze ervaring is, dat de vervolgkosten voor herstel torenhoog zijn, terwijl dit in veel gevallen niet noodzakelijk is. Het credo van Van Hall Natuursteen is: een veilige gevel voor zo weinig mogelijk kosten!
Van Hall Natuursteen
Kruidenmeent 12
1218 BC Hilversum
06-43234176